
Zondag heb ik samen met mijn vader de Diabetes Classic 2019 gereden. Het was de 7e editie van deze toertocht. De Diabetes Classic wordt georganiseerd door de stichting ‘Diabetes type 1 en Topsport’. Deze stichting werd jaren geleden opgericht door de ouders van Martijn Verschoor. Martijn heeft Diabetes type 1. Hij won op zijn 18e vele criteriums, maar in de klassiekers wilde het maar niet lukken. De oorzaak lag in het feit dat hij dan vaak te hoog in zijn bloedglucose zat in de wedstrijd. Dit was tijdens het fietsen niet bij te sturen. Want een Continue Glucose Sensor (CGS), waarmee je de suikerwaarde kan managen, was toen erg duur. Om Martijn toch goed te laten rijden, richtten zijn ouders de stichting op om de CGS-en te kunnen betalen. Voor Martijn is de stichting inmiddels niet meer nodig, maar gelukkig bestaat het nog steeds. Ze organiseren ieder jaar deze tocht. Tevens ondersteunen ze jongeren met topsportambities en zamelen ze geld in voor onderzoek en genezing van Diabetes.
De ontmoeting

We sliepen bij opa en oma in Assen zodat we dicht bij de start in Smilde waren. Bij de start kwam ik Martijn Verschoor en Brian Kamstra tegen, super leuk deze ontmoeting! Beiden fiets(t)en bij Team Novo Nordisk. Zij hebben ook diabetes en ik heb via de socials meerdere keren advies en tips aan ze gevraagd. Hopelijk toont de bovenstaande foto van de ontmoeting 3 generaties Team Novo Nordisk cyclists. Na juli zullen we het weten!
De achtervolging

De tocht verliep goed. Papa en ik reden met zijn tweeën een mooi tempo en we genoten samen van het mooie Drentse landschap. Na zo’n zeventig kilometer stond de Col du VAM op het programma, maar dit stelde eigenlijk niks voor. Daarna was er een bevoorradingszone, waar vooral papa heel erg aan toe was. Maar helaas was bijna alles al op. Dat gaat natuurlijk ook wel hard met meer dan 800 deelnemers. Verder was de Diabetes Classic overigens perfect georganiseerd! We gingen dus op zoek naar iets anders en al snel viel het oog op een ijssalonnetje.
De bordjes sprint

Terwijl wij genoten van ons ijsje, kwam er een groepje wielrenners voorbij met daarin Brian. Papa vroeg of ik met de groep mee wilde. Dat vond ik uiteraard heel leuk. Ik gooide de rest van mijn ijsje in de prullenbak en zette, met papa in mijn wiel, de achtervolging in. Het was een groot gat en papa geloofde niet dat we het dicht zouden rijden. Na zo’n 4 km hadden we ze toch te pakken. Ik reed naar voren in het groepje en ging samen met Brian op kop fietsen. We hadden leuke gesprekken (over het ID Camp uiteraard). Tempo was goed, zo’n 34 km/u. Na een kilometer of 20 kwam papa ineens sprintend voorbij. Verdorie, nu heb ik niet alle bordjes-sprints gewonnen.
De test
We reden door en bij het volgende bordje probeerde hij precies hetzelfde. Deze keer trapte ik er niet in. Ik won de sprint en ook Brian liet papa niet winnen. We reden daarna weer gemoedelijk verder tot zo’n 10 kilometer voor het einde. Daar gooide Brian er wat extra tempo op. Ik bleef keurig naast hem rijden op kop en de laatste 5 kilometer met volle tegenwind gingen echt hard. Hij voerde het tempo steeds iets hoger op en ik moest echt mijn best doen om naast hem te blijven. Toen we ruim één kilometer 42+ met tegenwind reden (na al 122 km, waarvan ik er zeker 115 op kop heb gereden) werd het even teveel. Ik zocht een plekje in de groep en keek of papa er nog bij zat. Tot mijn grote verbazing was hij nog aan het vechten in laatste wiel. Hij liet net een gaatje vallen. Dus ik gaf hem nog een keer een duwtje, maar voor hem hield het 300m voor het eind van het rechte stuk echt op. Niet gek, want we reden over de hele tocht 32 gemiddeld, dus echt wel heel trots op hem! Ik reed hem voorbij en klampte nog even aan. Maar op dat moment liet ook degene die voor papa zat de groep lopen. Ook dat reed ik dicht. Ik wilde eigenlijk weer naar Brian toe om te laten zien dat ik er toch weer was. Helaas kwam er een auto tegemoet en ik moest dus even op de vierde plek blijven zitten.
De finish

Toen de auto voorbij was gereden draaide we de bocht om en was er weer een bordje. Brian zette aan. Ik zat te ver van achter om er direct op te kunnen reageren. Mede doordat hij dacht dat hij er al was, wist ik nog bijna in zijn wiel te geraken. Maar winnen lukte niet. Nog geen 500 meter later lag de finish, waar ik dan wel als eerste overheen kwam. Met 32 gemiddeld over 125 kilometer ben ik zeker niet ontevreden en super trots op mijn vader! Het was een onwijs gave dag en ik ben super blij dat er zo’n mooie tocht, als Diabetes Classic, is in Nederland met een ontzettend gaaf doel!